Wateren in Waarloos
Snelzeiker aan de waslijn
Het is een probleem van alle tijden: wat moet je doen als je dringend moet plassen en niet thuis bent maar ergens onderweg. Ben je buiten de bewoonde wereld, dan vind je allicht wel een boom, tenminste als man. Maar ook als vrouw kan je mogelijk achter een struik of in een droge gracht je behoefte doen. Tot honderd jaar geleden was dat dicht bij de dorpskom zelfs voor vrouwen geen probleem, dankzij de uitvinding van de snelzeiker, de damesonderbroek met open kruis (ons museum bezit er enkele).
Maar wat als je in het centrum van de gemeente bent? Hopen dat er een openbaar gebouw open is? En wat indien niet? Bijvoorbeeld in het weekend of ‘s avonds? Wildplassen is overlast, want verstoring van de openbare gezondheid en zindelijkheid. En dan verdien je een GAS-boete! Ook al heeft de gemeente niet gezorgd voor de nodige sanitaire infrastructuur…
Het gemeentebestuur van Waarloos had er in de jaren stillekes nochtans wel aandacht voor. Wat de mannen betreft dan toch. Aan de linker kerkhofmuur zie je nog altijd de verwilderde restanten van een oud maar stoer pissijn.
Maar als je oude postkaarten van de Waarlose dorpskom bekijkt, bemerk je nog een tweede urinoir, tegen de muur aan de Ferdinand Maesstraatkant, rechts van ingang van het kerkhof. Of was het een pomp? Of alle twee?
|
|
Pomp aan de kerkhofmuur (naast de kar) |
Pissijn op rechterhoek kerkhofmuur
(en de pomp staat er ook nog) |
De kwestie is in 2018 aan de orde geweest op de sociale media (zoals Ge zijt van Waarloos als ge…) en heeft even voor de nodige discussie gezorgd. In nummer 1 van jaargang 10 (2018) van Reineringen, het tijdschrift van de Koninklijke Kring voor Heemkunde, heeft redacteur Erwin Van de Velde een en ander samengevat en op een rij gezet. Met een boel oude postkaarten als illustratiemateriaal.
Gesnuffel in oude postkaarten leerde al snel dat het pissijn niet de opvolger was van de pomp (zoals aanvankelijk even ten onrechte gedacht was), maar op verschillende plaatsen tegen de muur stonden en dus niets met mekaar te maken hadden.
Een oude ingezetene van Waarloos wist nog te vertellen dat er een bordje bij de pomp hing, met de melding "Ondrinkbaar". Kinderen wisten dat het water naar gas smaakte... Niet verwonderlijkk, zo pal tegen het kerkhof!
Nog een andere oude inwoner bevestigde met veel overtuiging dat er twee tweepersoonspissijnen waren, één aan de voorkant (achter die schutsels) en één links om de hoek van de kerkhofmuur. Het pissijn aan de voorkant had een schutsel tussen de twee waterplaatsen, kwestie van de privacy, ook toen al. Maar met de inkijk van de madonna - destijds nog met lantaarn - aan het oud-gemeentehuis werd blijkbaar geen rekening gehouden!
Wanneer pomp en urinoir werden afgebroken kon men ons niet vertellen. Op de luchtfoto, afgedrukt in de Geschiedenis van Waarloos, waarop auto's te zien zijn uit de jaren 1950-1960, zijn de twee plasinstallaties nog te zien. De waterpomp staat er niet meer. En de drie postkaarten hieronder kunnen ook geen uitsluitsel geven, vermits de plaats van de pomp net links buiten het beeld valt!
|
|
|
1. De kerk vóór WO I |
2. Na 1923 (na de wederopbouw) |
3. Jaren 1960 |
De foto's tonen wel de gedaanteverandering die de Sint-Michielskerk na WO I heeft ondergaan. In 1914 had de Belgische genie de kerktoren opgeblazen wegens het gevaar dat die opleverde als oriënteringspunt voor het Duitse leger. Ook een Duitse bom was door de kerk gevlogen, zodat het gebouw grotendeels in een puihoop herschapen was. Muren en daken die nog enigszins intact waren dienden als verblijfplaats voor de soldaten van de klas 1914. Om de zondagsmissen op te dragen werd het gemeentehuis met zijn trappen en balustrade gebruikt; de dienst werd gevolgd vanaf het plein ervoor.
De wederopbouw van de toren en de herstelling van muren, gewelven en daken vond plaats in de periode 1922-1923. Hierbij werd wel niet het originele plan gevolgd, er zijn een aantal duidelijke verschillen te zien: de toren werd verhoogd en rondom in speklagen opgebouwd, er zijn nu vier luiken in de klokkentoren (in plaats van drie) en het torenuurwerk zit in de torenkap; ramen werden verwijderd, verkleind, toegevoegd of vervangen door een schietgat; het zijgebouw rechts naast de toren werd grondig verlaagd, het dakkapelletje verdween, enz...
Op zeker moment verscheen er ook een schouwpijp op het dak, waarvan de lokalisatie overeenkomt met de plaats van een kachel in de kerk, zoals te zien is op een interieurfoto uit vermoedelijk 1964 (de postkaart vermeldt het jaartal 1864...). Uiteindelijk werd het pissijn op de hoek ook afgebroken, de hoek zelf van de kerkhofmuur werd "afgeknot" en er werd een spar geplant (die ondertussen ook al weer verdwenen is...
|
|
Interieur Sint-Michielskerk, met kachel (1964?) |
"Afgeknotte" hoek kerkhofmuur met (ondertussen ook weer opgeruimde) denneboom (waar ooit het pissijn stond) |
Tekst: Frank Hellemans (KONTICH WAARLOOS Hier en Nu, april 2019) en Erwin Van de Velde (Reineringen jaargang 10 (2018), nummer 1). Foto’s: Kring voor Heemkunde Kontich.
En vind HIER de lijst van alle artikelen Kontich-Waarloos Vroeger en Nu.
|